1. Voor de wetgeving ben je als cross-skater of rolskiër gelijk gesteld aan een voetganger.

Dat zou formeel betekenen dat je rolt:

  • op de stoep of op het voetpad, niet op het fietspad,
  • binnen de bebouwde kom rechts van de weg,
  • buiten de bebouwde kom links van de weg.

Maar je wordt gedoogd als fietser (wel zo veilig natuurlijk), dus handel je als volgt:

  • maak gebruik van fietspaden,
  • rol rechts van de weg.

2. Deelnemen aan het verkeer:

  • Houd ruim afstand tot andere verkeersdeelnemers, zoals fietsers, maar ook andere cross-skaters en rolskiërs als je in een groep rolt.
  • Stop met afzetten – been- en stokafzet – als ander verkeer zoals auto’s je passeren. Dit met het risico op vallen net voor het aankomende verkeer, maar ook met de kans op aantikken van het passerende verkeer met je stokken.
  • Gedraag je als de “wijste” in het verkeer. Bij twijfel over de situatie: stop en/of ga in de berm staan. Andere verkeersdeelnemers weten niet goed wat je aan het doen bent en kunnen je bewegingen en het gebruik van de stokken niet inschatten.
  • Let op met dieren. Onderbreek de stofafzet ruim van te voren. Met name paarden (met ruiter) en honden reageren angstig op het geluid van de stokken.

3. Zorg voor een goede zichtbaarheid:

  • Veiligheidshesje: fluorescerende kleur met reflectie strepen.
  • Licht gekleurde kleding: donkere kleding valt zeker bij donker weer en regen slecht op bij de andere verkeersdeelnemers.
  • Helmkleur: als je nog een helm moet kopen, denk aan een lichte kleur; valt op en is ook in de zomer minder warm.
  • Lampjes: in de winter aan de randen van de dag verbeteren losse fietslampjes en/of een hoofdlamp je zichtbaarheid; een rood lampje op je rug, een witte aan de voorzijde.

4. Gebruik de juiste beschermingsmiddelen:

  • Helm: juiste maat, horizontaal op het hoofd, kinbandje niet te los, maar ook niet te strak. Vervang je helm na een flinke valpartij, waarbij schade aan de helm is opgetreden.
  • Knie- en elleboogbeschermers: juiste maat, correct aan doen, bij harde beschermers opletten op boven- en onderkant.
  • Handschoenen: tegen blaren, maar ook tegen schaafwonden bij vallen.

5. Controleer je materiaal van te voren:

  • Alle schroeven goed vast?
  • Rollen de cross-skates of rolski’s goed rechtuit?
  • Bandjes van je cross-skates op spanning? Er zijn kleine handpompjes met manometer en de juiste ventielaansluiting (1/4” autoventiel) verkrijgbaar die gebruikt worden voor de vering bij mountainbikes.
  • Zijn de punten van de stokken scherp? Met een diamantvijltje kun je de punten zelf aanscherpen.
  • Zijn de punten van de stokken naar voren gericht? Bij het wisselen van punten kan dit wel eens verkeerd gemonteerd zijn.
  • Lussen van de stokken op maat, niet beschadigd en zitten ze goed vast?
  • Helm niet beschadigd?

6. De techniek beheersen om veilig op pad te gaan:

  • Goed kunnen remmen;
    • met cross-skates de 1-been en/of 2-benen rem beheersen,
    • met rolski’s de ploeg-, de gestapte- of de bermrem beheersen.
  • Snel kunnen overschakelen van voortbeweging naar remmen en tot stilstand komen op korte afstand.
  • Gestapte bochten kunnen maken om iets te ontwijken.
  • Goede stokinzet;
    • naast of iets achter je schoenen; in elk geval NIET voor je rollers inzetten.
    • niet wild zwaaien met de stokken,
    • niet te scheef naar opzij inzetten; ruimte voor andere verkeersdeelnemers.
  • Overschat jezelf niet. Ga niet sneller rollen dan je aan kunt (en aan durft).

7. En verder:

  • Neem voor langere tochten, langer dan 1 uur, wat te drinken en/of te eten mee.
  • Geniet van de tocht, het bewegen en de omgeving

Rolski’s, cross-skates en meer

De technieken

Om te beginnen maken we eerst onderscheid tussen twee verschillende stijlen die bij zowel bij het langlaufen in de sneeuw als bij het rolskiën voorkomen:

  • de klassieke stijl,
  • de skating stijl.

De klassieke stijl is de bewegingsvorm bij het langlaufen alsmede het rolskiën, waarbij het bewegen van de (rol)ski's parallel aan de voorwaartse beweging plaatsvindt. Bij de skating stijl vindt de afzet met de (rol)ski in zijwaartse richting plaats; een schaatspas. De afbeeldingen geven je een idee.

klassiek skate

De klassieke stijl is de vorm, waaraan de meeste mensen denken als je het over langlaufen hebt. Het is de oudste vorm van "skilopen". Hoewel de basisbeweging lijkt op die van lopen met stokken, komt er toch nog een hoop techniek en balans bij kijken.

In de klassieke stijl kennen we drie hoofvormen van voortbewegen:

  • de diagonale pas; dat is de vorm die het meest bekend is,
  • de dubbelstoktechniek met beenafzet,
  • de dubbelstoktechniek.

Voor de diagonale- en dubbelstoktechniek met beenafzet heb je in de sneeuw ski's nodig die bij voldoende neerwaartse druk niet naar achteren glijden. Bij rolski's zit er een blokkkeerlager in één van de wielen die dat terugrollen voorkomt. Zodoende kun je achterwaarts afzetten, maar wel naar voren rollen.

De skating- of vrije-stijl is nog relatief jong. Zo'n 40 jaar geleden is die door de Fin Pauli Siitonen uit nood geboren, toen hij tijdens een marathonwedstrijd ontdekte dat zijn ski's geen grip meer hadden in de sneeuw om de diagonale pas uit te kunnen voeren. Om toch vooruit te komen gleed hij met één been in de loipe - het geprepareerde spoor - en met het andere been zette hij met een schaatspas af. Die techniek kreeg zijn naam: Siitonen-pas, maar ook wel Fin-step genoemd. Vandaar uit zijn later de verschillende schaatspastechnieken ontwikkeld. Daarvan bestaan er nogal wat:

  • de diagonale schaatspas,
  • de klim-pas,
  • de 1 op 1 pas,
  • de 1 op 2 pas,
  • free skate.

Bovenstaand genoemde techniek uitvoeringen worden toegepast van een lagere naar een hogere snelheid. Verder kun je stellen dat de klassieke techniek makkelijker langer vol te houden is. Dat komt doordat je hartslag doorgaans lager blijft dan bij de skating techniek. De skating techniek vereist - zeker in de sneeuw op ski's - dat je een zekere snelheid moet behouden, waarbij de klassieke stijl ook heel rustig kan worden uitgevoerd. Onze oosterburen noemen dat het "Skiwandern". Maak een keuze van welke techniek je het meeste aanspreekt om mee te beginnen, maar als de mogelijkheid bestaat, probeer dan eerst beide vormen uit alvorens je na gaat denken over aanschaf van materiaal. Dan nu het materiaal.

Klassiek rolskiën

Voor het klassiek rolskiën heb je de volgende materialen nodig:

  • rolski's
  • langlaufbindingen en langlaufschoenen
  • stokken
  • beschermingsmaterialen

Rolski's:

De rolski bestaat uit een aluminium of hout/kunststof gelamineerde balk met twee wielen. De lengte bedraagt zo’n 70-72 cm, gemeten tussen de assen van de wielen.

De wielen zijn gemaakt uit een rubber/polyurethaan mengsel en zijn verkrijgbaar in verschillende "snelheden". De betere merken kunnen 3 tot 4 snelheden leveren. Ga niet voor de snelste wielen, ook niet voor de langzamere wielen, maar kies wat doorgaat voor gemiddeld. Per merk kan dan de snelheid nog iets verschillen, maar veel maakt dat niet meer uit. In het achterste of soms in het voorste wiel zit de blokkeerlager, die er voor zorgt dat je achterwaarts kunt afzetten.

Er is nog wel verschil in de breedte van de wielen. Die variëren van ongeveer 4 cm tot ruim 6 cm breed. De diameter ligt rond zo'n 8 cm. De bredere wielen zijn tonvorming, de smallere wielen vaak wat vlakker. Een breder wiel geeft zeker in het begin wat meer stabiliteit en ze hebben nog een voordeel. Je kunt er namelijk ook wat makkelijker mee over onverharde-, gravel- of schelpenpaden rollen.

Nieuwe rolski’s zijn doorgaans vrij prijzig. Dat komt omdat rolski's toch in kleinere series gemaakt worden. Soms kun je geluk hebben een paar weinig gebruikte tweedehands te vinden.

Swenor Finstep

Een goed merk en type om mee te beginnen is de Swenor Finstep. Die heeft vrij brede wielen en een comfortabele gelamineerde balk. De medium wielen (nr. 2) zijn niet te snel, maar ook niet te langzaam.

Skiskett Bull

Een andere goede keuze is de Skiskett Alp-Bull. Ook een robuuste en stabiele roller. De balk is van aluminium. Stijf en sterk en daarmee vooral ook geschikt voor personen met een lichaamsgewicht boven de 85-90 kg. Het stijvere frame geeft wel iets meer trillingen van de ondergrond door dan een gelamineerde balk, zoals de Swenor.

Verder zijn er nog veel meer merken en types. Een website met een ruim overzicht is www.vasashop.nl of www.nordicx.com.

Soms zie je ze nog: klassieke rollers met 3 (smallere) wielen. Dat lijkt stabieler en dat is het ook wel, maar ze zijn minder wendbaar en beperkter in de mogelijkheden. Juist een tweewieler met bredere wielen maakt dat je over veel gevarieerder terrein kunt rollen, wat gewoon leuker is.

Langlaufbindingen en schoenen:

Bij het klassiek rolskiën heb je langlaufbindingen en schoenen nodig. De bindingen - de naam zegt het al - verbinden de rolski met de schoenen. Net als bij het alpineskiën, met dat verschil dat de schoen niet helemaal gefixeerd is. Aan de voorzijde zit de schoen vast, maar kan scharnieren, anders zou het afwikkelen van de voet niet mogelijk zijn.

In tegenstelling tot het alpineskiën, waarbij de maatvoering van de binding en de zool van de schoen genormaliseerd zijn, zodat schoenen van het ene merk wel passen op bindingen van een ander merk, is dat bij langlaufbindingen en schoenen niet het geval. Er bestaan (nog) twee systemen die wereldwijd voorkomen.

  • het SNS-systeem; van oorsprong van het merk Salomon (Frankrijk),
  • het NNN-systeem; van oorsprong van het merk Rottefella (Noorwegen).

Onderling zijn de systemen niet uitwisselbaar ook al lijken ze ogenschijnlijk op elkaar. Het SNS-systeem wordt nu verdrongen verdrongen wordt door het NNN-systeem. Zelfs Salomon maakt nu schoenen en bindingen die voldoen aan het NNN-systeem, al noemen ze dat Prolink. Voor nieuwkoop wordt eigenlijk alleen nog het NNN-systeem aangeboden.

Schoenen en bindingen

Koop je echter een tweedehands set rolski's, dan heb je grote kans dat er al bindingen op zitten. Dan moet je omzien naar schoenen die bij dat bindingssysteem passen. Er bestaat dan een grote kans dat bij tweedehands rollerski’s dit een SNS systeem is. Probleem daarbij kan nog weer zijn, dat Salomon in de loop van de tijd een tweede variant er bij heeft ontwikkeld:

  • SNS-Profil; het oudste systeem, met één metalen pin vooraan in de schoenzool,
  • SNS-Pilot; een systeem met twee metalen pinnen in de zool Schoenen (de zolen dus) en de bindingen hebben dezelfde naam.

Later is voor de SNS-Pilot schoenen ook nog de Pro-Pulse binding er bij gekomen. Zit je met bindingen van Salomon, dan moet je bij aanschaf van schoenen vooral opletten op het volgende:

  • SNS-Pilot schoenen passen (vaak) wel op SNS-Profil bindingen, maar
  • SNS-Profil schoenen passen niet op SNS-Pilot of Pro-Pulse bindingen.

De langlaufschoenen moeten geschikt zijn voor de klassieke techniek. Er zijn namelijk verschillende schoenen voor beide technieken. De klassieke schoen is soepeler, je moet immers je voet kunnen afwikkelen. De skating-schoen is veel stijver en daarom niet geschikt voor de klassieke techniek. Er bestaan ook combi-schoenen, geschikt voor beide technieken. Iets stijver dan de klassieke schoen, maar stijf genoeg om als je sterke enkels hebt en stabiel kunt staan, er ook mee te skaten. Ze zijn echter wel soepel genoeg voor de klassieke techniek.

De bindingen moeten ook geschikt zijn voor de klassieke stijl. Dat wordt namelijk bepaald door de flex van de binding. Het rubbertje vooraan in de binding is dan wat zachter en buigt makkelijker mee. De SNS-Pilot binding is eigenlijk ontwikkeld voor de skate-techniek en heeft geen rubberen blokje, maar een veer. Toch kunnen ze zeker met rolskiën ook gebruikt worden voor de klassieke stijl. Een rolski is namelijk zwaarder dan een langlaufski. Daarom mag de flex van de binding ook wel wat stijver zijn. Koop je nieuwe rollers met bindingen, dan kun je daar rekening mee houden.

Stokken:

Poles

Er zijn verschillende merken en types. Gewoon kijken wat je past. Wel letten op de lengte van de stokken en of ze geschikt zijn voor het gebruik bij het rolskiën.

De lengte van de stok is bij de klassieke stijl 85% van je lichaamslengte gemeten op je blote voeten. Vaak worden stokken in stappen van 5 cm aangeboden. Rond dan naar beneden af. Als beginner is het beter een iets kortere stok te hebben dan te lang. Die 85% is gelijk ook het maximum.

Een gewone langlaufstok is vaak niet geschikt voor gebruik op de weg. De stalen punt is niet hard genoeg. De stok moet voorzien zijn van geharde, gesinterde metalen rolski-punten. Nu kun je die punten als een setje los kopen. De langlaufpunten, vaak met een teller (schoteltje) eraan vast, kun je verwijderen door ze warm te maken in kokend water. De lijm laat dan wel los en de punt trek je er dan zo af. De rolski-punten lijm je dan met een lijmpistool weer vast.

Dus gewone langlaufstokken kunnen wel, maar je moet de punt dan vervangen. Let op: als je zelf rolski-punten aanbrengt, de scherpe punt van het metaal moet naar voren staan, niet naar achteren. De lus van de langlaufstok is uitgevoerd met een lus met gespen en klitte-band, links en rechts verschillend.

Bescherming:

Draag altijd een valhelm; een fietshelm bijvoorbeeld, maar een skateboardhelm kan ook. Denk verder aan knie- en elleboogbeschermers. Wat je bij skeeleren misschien wel gebruikt, maar wat bij rolskiën niet wil, dat zijn polsbeschermers. Je moet immers je stokken kunnen vasthouden.

 

Skate-rolskiën of Cross-skaten

Het lijkt wel een "Qual der Wahl" verhaal, want bij het skaten kun je een keuze maken uit:

  • skate rolskiën: de skate techniek op lichte balkjes met meestal smalle wielen,
  • cross-skaten: een robuuste balk met luchtbandjes voor "off-road" gebruik.

Skate rolski’s

Het skate-rolskiën doe je op rolski's die lijken op de klassieke rolski's, maar de balk is een stuk korter. De steek tussen de wielen mag minimaal 53 cm zijn, maar is vaak langer; zo'n 61-63 cm. Bij de meeste skaterollers zijn de wielen smaller, te vergelijken met skeelerwielen, maar er zijn ook varianten met bredere wielen. Anders dan bij het klassieke rolskiën zijn die bredere wielen maximaal 4 cm breed en zijn ze afgerond. Het is anders niet mogelijk om de skate naar de zijkant om te zetten voor de afzet. De smalle wielen zijn doorgaans groter in diameter dan de bredere wielen. De bredere wielen zijn iets stabieler, maar wringen bij de afzet ook meer.

Het materiaal van wielen is vergelijkbaar met die van de klassieke rolski's en in verschillende snelheden verkrijgbaar. Kies ook hier voor medium. Er zijn ook rollers met harde, skeelerwielen. Daarmee ben je heel snel onderweg, maar zeker niet geschikt om mee te beginnen. Ook benader je daarmee niet het sneeuwgevoel. Je bent gewoon te snel.

Schoenen en bindingen:

Ook bij het skate-rolskiën heb je langlaufschoenen en bindingen nodig. Hiervoor geldt hetzelfde verhaal als bij de klassieke techniek. Alleen de schoenen moeten stijver zijn en worden vaak als Skate schoenen aangeduid. Ook de bindingen zijn stijver en hebben een hardere flex.

Stokken:

Voor de stokken geldt hetzelfde als bij klassiek rolskiën. Alleen de lengte kan langer zijn: 90% van je lichaamslengte plus eventueel 2 à 3 cm, omdat je hoger op rollers staat dan op ski's. Maar ook hier geldt: beter beginnen met iets kortere stokken dan te lang.

Cross-skates

Het cross-skaten wordt gedaan op een veel robuustere (en helaas ook zwaardere balk) met wielen met luchtbanden. Er zijn modellen met 15 cm wielen, maar ook met 20 cm wielen. Het grote voordeel van de crossskate is dat deze op veel gevarieerder terrein inzetbaar is. Daarom ook cross-skaten.

Ook niet onbelangrijk; de cross-skate is voorzien van een remsysteem. Je gespt een scharnierende constructie om je onderbeen. Door je onderbeen dan t.o.v. je normale houding naar voren te steken, druk je op het achterwiel een remschoen, waarmee je dus afremt.

De meeste cross-skates gesp je om middels banden. Je hebt geen speciale schoenen nodig; gewone lage wandelschoenen zijn prima. Er zijn ook uitvoeringen van met name het merk Powerslide waar een schoen vast op gemonteerd zit. Vergelijk dat met skeelers. Het voordeel van gebruik met je eigen schoenen is dat je niet op je sokken hoeft te lopen bij een pauze onderweg of materiaalpech.

Er zijn enkele uitvoeringen waar in de wielen een blokkeerlager zit en waar de voet t.o.v. de balk (iets) kan scharnieren. Dat lijkt alsof je er ook de klassieke techniek mee kunt uitvoeren, maar dat is beperkt. Het voordeel kan zijn dat je bij beklimmingen op smalle paden, waar de schaatspas niet gemaakt kan worden, toch in een soort van klassieke stijl omhoog komt. Met andere cross-skates moet je dan vooral op arm- en rompkracht met de dubbelstoktechniek klimmen.

Skike V9 Tour

De techniek van het skate-rolskiën en cross-skaten is verder gelijk aan elkaar. Het enige verschil is dat je bij skate-rolskiën altijd je voet kunt laten scharnieren t.o.v. de roller. Dat geeft een natuurlijker afwikkeling van je voet, ook bij de zijwaartse afzet. Vergelijk dat met de klapschaats bij het schaatsen. De meeste crossskates hebben dat niet. Verder zijn skate-rolski's een stuk lichter, maar ze verlangen meer stabiliteit en balans van de skater. In die zin is cross-skaten laagdrempeliger. Daarnaast ben je met skate-rolski's altijd gebonden aan verharde wegen, waar je met de cross-skates veel gevarieerder terrein kunt nemen; harde zand-, gravel- en ook schelpenpaden.

Tot slot

Een heel verhaal. Misschien ben je hiermee wat wijzer geworden. Kijk ook naar de sites die vooraan in dit verhaal al genoemd zijn. Daar kun je ook prijzen vinden, maar kijk ook naar tweedehands. Dat kan voor de rollers, schoenen en soms ook voor stokken meer dan de helft schelen. Bovenal geldt. Probeer het eerst uit en dan hopen wij dat je aan één van de techniekvormen - of misschien wel allemaal - veel plezier mag beleven

1. Voor de wetgeving ben je als cross-skater of rolskiër gelijk gesteld aan een voetganger.

Dat zou formeel betekenen dat je rolt:

  • op de stoep of op het voetpad, niet op het fietspad,
  • binnen de bebouwde kom rechts van de weg,
  • buiten de bebouwde kom links van de weg.

Maar je wordt gedoogd als fietser (wel zo veilig natuurlijk), dus handel je als volgt:

  • maak gebruik van fietspaden,
  • rol rechts van de weg.

2. Deelnemen aan het verkeer:

  • Houd ruim afstand tot andere verkeersdeelnemers, zoals fietsers, maar ook andere cross-skaters en rolskiërs als je in een groep rolt.
  • Stop met afzetten – been- en stokafzet – als ander verkeer zoals auto’s je passeren. Dit met het risico op vallen net voor het aankomende verkeer, maar ook met de kans op aantikken van het passerende verkeer met je stokken.
  • Gedraag je als de “wijste” in het verkeer. Bij twijfel over de situatie: stop en/of ga in de berm staan. Andere verkeersdeelnemers weten niet goed wat je aan het doen bent en kunnen je bewegingen en het gebruik van de stokken niet inschatten.
  • Let op met dieren. Onderbreek de stofafzet ruim van te voren. Met name paarden (met ruiter) en honden reageren angstig op het geluid van de stokken.

3. Zorg voor een goede zichtbaarheid:

  • Veiligheidshesje: fluorescerende kleur met reflectie strepen.
  • Licht gekleurde kleding: donkere kleding valt zeker bij donker weer en regen slecht op bij de andere verkeersdeelnemers.
  • Helmkleur: als je nog een helm moet kopen, denk aan een lichte kleur; valt op en is ook in de zomer minder warm.
  • Lampjes: in de winter aan de randen van de dag verbeteren losse fietslampjes en/of een hoofdlamp je zichtbaarheid; een rood lampje op je rug, een witte aan de voorzijde.

4. Gebruik de juiste beschermingsmiddelen:

  • Helm: juiste maat, horizontaal op het hoofd, kinbandje niet te los, maar ook niet te strak. Vervang je helm na een flinke valpartij, waarbij schade aan de helm is opgetreden.
  • Knie- en elleboogbeschermers: juiste maat, correct aan doen, bij harde beschermers opletten op boven- en onderkant.
  • Handschoenen: tegen blaren, maar ook tegen schaafwonden bij vallen.

5. Controleer je materiaal van te voren:

  • Alle schroeven goed vast?
  • Rollen de cross-skates of rolski’s goed rechtuit?
  • Bandjes van je cross-skates op spanning? Er zijn kleine handpompjes met manometer en de juiste ventielaansluiting (1/4” autoventiel) verkrijgbaar die gebruikt worden voor de vering bij mountainbikes.
  • Zijn de punten van de stokken scherp? Met een diamantvijltje kun je de punten zelf aanscherpen.
  • Zijn de punten van de stokken naar voren gericht? Bij het wisselen van punten kan dit wel eens verkeerd gemonteerd zijn.
  • Lussen van de stokken op maat, niet beschadigd en zitten ze goed vast?
  • Helm niet beschadigd?

6. De techniek beheersen om veilig op pad te gaan:

  • Goed kunnen remmen;
    • met cross-skates de 1-been en/of 2-benen rem beheersen,
    • met rolski’s de ploeg-, de gestapte- of de bermrem beheersen.
  • Snel kunnen overschakelen van voortbeweging naar remmen en tot stilstand komen op korte afstand.
  • Gestapte bochten kunnen maken om iets te ontwijken.
  • Goede stokinzet;
    • naast of iets achter je schoenen; in elk geval NIET voor je rollers inzetten.
    • niet wild zwaaien met de stokken,
    • niet te scheef naar opzij inzetten; ruimte voor andere verkeersdeelnemers.
  • Overschat jezelf niet. Ga niet sneller rollen dan je aan kunt (en aan durft).

7. En verder:

  • Neem voor langere tochten, langer dan 1 uur, wat te drinken en/of te eten mee.
  • Geniet van de tocht, het bewegen en de omgeving